Wat is een kozijn?
Een kozijn is een raamwerk. Het wordt meestal gemaakt van hout, metaal of van kunststof waarin een deur, raam of ander element kan worden aangebracht. In de meest eenvoudige vorm bestaat een kozijn uit twee stijlen (een rechter- en een linker stijl) en twee dorpels (een kozijn heeft een onder en een boven dorpel).
Een stijl is in de bouwkunde het verticale gedeelte van een geraamte. Een kozijn kan ook één of meer midden- of tussenstijlen hebben. De stijlen sluiten aan de buitenkant aan op het gebouw en bieden aan de binnenkant de mogelijkheid om glas, een deur of een raam in de sponning te plaatsen. De bovenkant en de onderkant van de omranding van een kozijn wordt ook wel een dorpel genoemd. Een tussen dorpel heeft de naam kalf. De onder- en bovendorpel van een raamkozijn wordt vaak gemaakt in het materiaal waarvan het kozijn gemaakt is, bijvoorbeeld hout, natuursteen, kunststof of aluminium. Vaak wordt er een waterhol (een soort groef) aangebracht aan uitstekende gevel delen zoals dorpels, die voorkomt dat water dat op de dorpel valt langs de onderzijde terug naar de muur loopt. Soms eindigen stijlen van een deurkozijn niet op de onderdorpel, maar op een neut. Een neut is een stukje kozijn stijl dat gemaakt is van een weerbestendig materiaal, dat naast een dorpel is aangebracht. Een neut voorkomt dat er vocht in de houten stijlen optrekt, zodat ze niet gaan rotten.
Een kozijn is een onderdeel van een wand of gevel en wordt dus altijd op maat gemaakt, hierom worden kozijnen gemaakt in een kozijnen fabriek. Tegenwoordig hebben kozijnen geen dragende of constructieve functie meer. Kozijnen kunnen worden onderscheiden in binnen- en buitenkozijnen, waaraan verschillende eisen worden gesteld. Binnen kozijnen zijn kozijnen die binnen een gebouw worden toegepast, buitenkozijnen bevinden zich in de gevel van een gebouw en zijn zo onderdeel van de scheiding tussen binnen en buiten.